Voorwoord
In 1972 sluit het
internaat van de Aartsbisschoppelijke kweekschool St.-Ludgerus in
Hilversum. De laatste interne leerlingen gaan op kamers en de vrijgekomen
ruimte wordt verhuurd aan de Evangelische Omroep. Een tijdperk wordt
afgesloten. Vanaf 1909, toen de kweekschool in Hilversum haar poort
opende, werden jonge mensen opgeleid tot onderwijzer met het doel
katholiek onderwijs te verzorgen in het aartsbisdom. De eerste aanzet was
gegeven in 1897 in Utrecht toen de Fraters van Utrecht toestemming kregen
een R.K. Bijzondere kweekschool te stichten. In 1909 werd deze school
verplaatst naar Hilversum. Aanvankelijk werden er per jaar 24 kwekelingen
toegelaten en de opleiding duurde vier jaar. Op oude foto’s kun je de
jongens bezig zien in de volkstuintjes bij de school om op die manier een
bijdrage te leveren aan de verbouwing van hun dagelijkse kostje. Het was
dus een echte kostschool, iedereen was intern.
Twee wereldoorlogen moesten overwonnen worden. De eerste verliep redelijk
rustig en het onderwijs kon gewoon doorgang vinden. De tweede wereldoorlog
verdreef de gehele kweekschoolbevolking uit Hilversum. De refter, de
leslokalen, de gymzaal en zelfs de kapel moesten een vreemde bezetting
dulden. De kapel en de linkervleugel waren tussen 1920 en 1924 nieuw
aangebouwd. Vanwege de grote toeloop van leerlingen werd het gebouw
uitgebreid en gemoderniseerd. Vanaf die tijd is het verschijnsel “parallelklas”
ontstaan. Eén ding bleef bij het oude: iedereen was intern.
Van 1940 tot1945 was frater Marcellus directeur van de school en frater
Willibrordo de prefect van het internaat. Na de oorlog zou Willibrordo
beide functies in zich verenigen. Een combinatie van overste, directeur
en/of prefect was sinds 1924 de gewoonste zaak van de wereld.
De toenmalige rector Braakhuis en de fraters Marcellus, Willibrordo en
Cornelius hadden de leiding toen in 1941 alles en iedereen de kweekschool
moest verlaten. In Baarn, bij pension Hageman werd tot mei 1945 een
tijdelijk onderkomen gevonden. Het was in die periode dat “Ons Lekenspel”
en dus Antoon Sweers zijn intrede deed. Ter ere van het zilveren
ambtsjubileum van Piet Oomes, leraar Nederlands sinds 1923 werd een
toneelstuk opgevoerd. Bij het gouden jubileum in 1964 werd de actieve
onderwijsloopbaan van de heer Oomes, ooit zelf kwekeling op Ludgerus,
afgesloten met het openluchtspel “Lucifer” van Vondel. Dit was tevens
het laatste grote spel dat in het eigen openluchttheater werd opgevoerd.
|
|
Het Ludgerbeeld boven de hoofdingang was tijdens de oorlog ernstig
beschadigd. Als symbool van een nieuwe tijd werd in 1947 het grote
Ludgerusbeeld van P. Jungblut uit Bilthoven op het voorterrein van de
school geplaatst. Kort na 1985, het laatste kweekschool/pabojaar is het
beeld verplaatst naar Muiderberg. De beschermer van het zielenheil van de
kweekschoolbevolking was overbodig geworden…
Behalve
in de hoogte van het kostgeld vonden er in de loop der tijd meer
veranderingen plaats. In 1955 werd de eerste externe leerling
ingeschreven. Het verplichte misbezoek doordeweeks en het rozenhoedje
werden afgeschaft, er kwam voorzichtig iets meer vrijheid en er verschenen
meer lekenleraren. Wat opvalt is dat deze mannen ooit als leerling op de
St.-Ludgeruskweekschool hebben gezeten. Naast de heer Oomes zijn dat de
heren Burie, Roelofse, Verspaay en iets later Gerard Schnieders, Bert van
Berkel en nog enkele andere.
In 1957 werd de opleiding vijfjarig. De hoofdakte kwam als laatste
leerkring binnen het kweekschoolgebeuren. Door deze uitbreiding moest er
meer slaapgelegenheid komen en die werd gevonden in de verbouwing van een
oude loods tot slaapzaal voor de eersteklassers. Na tien jaar blijkt de
slaapzaal niet meer nodig en wordt nog een tijdje als overblijfruimte en
feestzaal gebruikt.
Halverwege de zestiger jaren verdwijnt bij de fraters de zwarte toog
omplaats te maken voor een donkergrijs pak. Veel fraters laten zich vanaf
dat moment bij hun officiële achternaam noemen. Het eerst zo naar binnen
gerichte leven richt zijn blik meer op de buitenwereld. Er volgt een
periode van herbezinning, uittreding en omschakeling. De nieuwe
kweekschoolwet maakt van de kweekschool een pabo en zo ontstaat er in het
Ludgerusgebouw een havo-top met een pabohoofd. Dit heeft tot gevolg dat de
school ook meisjes moet toelaten. De internaatafdeling is inmiddels zo
dunbevolkt dat de fraters besluiten deze op te heffen! In 1972 is dit een
feit. De overgebleven fraters verhuizen naar een paar herenhuizen in
Hilversum en de EO neemt bezit van het kloostergedeelte aan de Oude
Amersfoortseweg 79. In 1985 volgt de fusie en verplaatsing van de
pabo-afdeling naar Utrecht waar het ooit in 1897 begon ……. De kring is
rond.
|